Waarom ik in de ogen kijken moeilijk vind – blogreeks Alice (2)

In deze reeks van vijf blogs schrijf ik over de uitdagingen die ik heb met face-to-face contact, oog-in-oog contact. Deze blogs heten:

  1. De moeite die ik heb met oogcontact hebben en om handen stil te houden
  2. Waarom ik -in de ogen kijken- moeilijk vind (deze blog)
  3. Hoe stemgeluid en het stellen van vragen mij helpt om de emoties van anderen te achterhalen
  4. Afleidende elementen waardoor ik mij minder op de ander kan concentreren
  5. De oplossing die ik gevonden heb voor mijn dilemma -wel of geen oogcontact-

Woord vooraf

Mijn naam is Alice en ik kreeg op middelbare leeftijd de diagnose Autisme Spectrum Stoornis. Deze diagnose kwam niet onverwacht. Wat ik moeilijk vond was dat ik ging (/moest) inzien dat ik in het afstemmen op de ander vaak echt niet zag wat er gebeurde.

Nu, zes jaar later, merk ik dagelijks dat ik erg veel heb geleerd en zelfs mijn Theory of Mind< id="target-id6757c011c4dda" class="collapseomatic_content "> Theory of mind (ToM) is het vermogen om zich een beeld te vormen van het perspectief van een ander en indirect ook van zichzelf. Men maakt gebruik van Theory of mind wanneer men beschrijft wat een ander ziet, voelt of denkt vanuit zijn perspectief (Bron + video uitleg). is beter geworden.

Afgelopen jaren heb ik veel nagedacht over vroeger toen ik deze diagnose nog niet had. Wat mij erg bezig blijft houden is de vraag: “hoeveel aan informatie heb ik gemist doordat ik oogcontact niet goed kon vasthouden”?


Waarom vind ik -in de ogen kijken- moeilijk?

Iemand in de ogen kijken is een manier van waarnemen waarbij het voor mij al snel rommelig wordt in mijn hoofd. Als ik naar iemand “moet” kijken tijdens het praten dan zie ik tegenover mij een beeld dat trilt en vooral het hoofdgedeelte heeft bewegende beelden van een mond, neus, ogen en ik zie haren of pukkels en andere oneffenheden

waarvan ik ook weet dat ze niet relevant zijn. Ik weet dat mensen zonder ASS de lichaamstaal belangrijk vinden vanwege de non verbale signalen. Deze signalen zeggen mij echter niets, behalve dat ze mij onrust geven.

Heeft het dan zin om erop te gaan letten? Als iemand gespannen, nerveus of boos is dan voel en hoor ik dat, maar ik weet niet goed waarom de ander zich zo voelt. Dat zou ik kunnen vragen of opmerken, maar door ervaring weet ik dat mijn directheid hierin meestal niet een belonend effect heeft. “Ben je boos”? Deze vraag wordt niet gewaardeerd in de context van een complex werkoverleg met de manager.

Als ik probeer vol te houden -iemand wel aan te kijken-, dan hoor ik niet meer wat er wordt gezegd. Dan zit ik in mijn hoofd om gedachten die bij me opkomen over de ander, weg te drukken: Ogen van een ander maken gevoelens bij me los. Het lijkt of de ander dichterbij komt en dat is niet prettig want de gevoelens van die ander maken mij verward omdat ik ze niet begrijp. De ogen kan ik niet lezen en uit gewoonte interpreteer ik deze meestal negatief. Ogen hebben mij vaak beoordeeld op mijn gedrag. Mensen hebben vaak “vreemd” naar me gekeken.

Ik heb mensen op basis van hun ooguitstraling mijn vertrouwen gegeven en later bleek dat niet te kloppen. Het oogcontact was wellicht veel te kort van duur geweest om deze juist te interpreteren. Hier volgen twee voorbeelden:

  • Iemand die mij stralend en vriendelijk aankeek deed iets met mij en ik kreeg dan een soort van verliefdheid gevoelens en dan voelde ik mij bijzonder op een prettige manier. Ik werd in dat moment zo verrast dat ik alles volledig positief interpreteerde en dus niet meer objectief naar de inhoud luisterde of andere emotie-uitingen signaleerde. Ik was bereid om te doen wat iemand vroeg en vergat mijn eigen grenzen.
  • Andersom gelde hetzelfde: als iemand een slechte stemming had en ik pikte dat op, dan interpreteerde ik alles negatief en kon ik niets meer zeggen.
Ogen van mensen met dubbele boodschappen (verschil tussen wat ik zie en wat ze zeggen), zijn lastig te lezen. Ook ogen van mensen die me feedback geven en mij daarbij serieus aankijken zijn lastig te lezen. “Kijken ze serieus of zijn ze boos?” vraag ik mij dan af. Dat weet ik dan niet. Voor mij een raadsel of er wel of niet daarna negatieve feedback komt over mijn gedrag.

Voor mij ligt boosheid, verdriet en angst dicht bij elkaar omdat ik dat bij mezelf zo ervaar. Misschien dat het daardoor ook lastig is om emoties van anderen te “lezen”. Mijn eigen emoties begin ik pas nu beter van elkaar te onderscheiden ofwel ik kan ze nu beter nuanceren. Dat is de basis van de Theory of Mind. Als je zelf iets nooit emotioneel hebt ervaren of doorleeft, dan is het moeilijk om je voor te stellen hoe dat bij een ander voelt.

Bekijk hier het vervolg van deze blogreeks: hoe stemgeluid en het stellen van vragen mij helpt om de emoties van anderen te achterhalen.


Geschreven door: Alice

Met dank aan een kennisportaal-lid voor het geven van feedback tijdens het schrijfproces.

We vinden het leuk als je in het berichtveld hieronder laat weten wat je van deze blogpost vindt en wat je er aan hebt gehad.
Wil je een overzicht van alle ervaringsverhalen op deze site, kijk dan hier.

Log in om reacties te kunnen plaatsen en te lezen.