Moeite met oogcontact en stilhouden van handen – blogreeks Alice (1)

In deze reeks van vijf blogs schrijf ik over de uitdagingen die ik heb met face-to-face contact, oog-in-oog contact. Deze blogs heten:

  1. De moeite die ik heb met oogcontact hebben en om handen stil te houden (deze blog)
  2. Waarom ik -in de ogen kijken- moeilijk vind
  3. Hoe stemgeluid en het stellen van vragen mij helpt om de emoties van anderen te achterhalen
  4. Afleidende elementen waardoor ik mij minder op de ander kan concentreren
  5. De oplossing die ik gevonden heb voor mijn dilemma -wel of geen oogcontact-

Woord vooraf

Mijn naam is Alice en ik kreeg op middelbare leeftijd de diagnose Autisme Spectrum Stoornis. Deze diagnose kwam niet onverwacht. Eerder had ik twee andere diagnoses gehad en was daarvoor in behandeling geweest, maar met geen goed resultaat. Achteraf is dat te verklaren omdat de diagnoses en behandeling niet aansloten bij mijn autistische manier van informatie verwerken. Het krijgen van de diagnose had veel impact op mijn leven. Wat ik moeilijk vond was dat ik ging (/moest) inzien dat ik in het afstemmen op de ander vaak echt niet zag wat er gebeurde. Nu, zes jaar later, merk ik dagelijks dat ik erg veel heb geleerd en zelfs mijn Theory of Mind< id="target-id662be3b03cd26" class="collapseomatic_content "> Theory of mind (ToM) is het vermogen om zich een beeld te vormen van het perspectief van een ander en indirect ook van zichzelf. Men maakt gebruik van Theory of mind wanneer men beschrijft wat een ander ziet, voelt of denkt vanuit zijn perspectief (Bron + video uitleg). is beter geworden. Doordat ik mezelf beter ben gaan begrijpen kan ik ook milder zijn voor mezelf en ik durf hulp te vragen als ik iets niet begrijp. Het heeft immers een reden waarom ik informatie anders verwerk. Tegen jonge(re) mensen met autisme wil ik dan ook zeggen blijf jezelf ontwikkelen en uitdagen. Autisme heb je en beleef het op een positieve manier door te accepteren wat je niet kan en te ontwikkelen waar het wel kan.

Afgelopen jaren heb ik veel nagedacht over vroeger toen ik deze diagnose nog niet had. Wat mij erg bezig blijft houden is de vraag: “hoeveel aan informatie heb ik gemist doordat ik oogcontact niet goed kon vasthouden”?
.
.


Moeite om iemand in de ogen aan te kijken en moeite om handen stil te houden

In de klas zat ik vooraan samen met Elsje. In die tijd maakte ik vaker allerlei bewegingen met mijn vingers op ooghoogte. Elsje ging mij nadoen met haar vingers. Als ze dat deed moesten de kinderen lachen die achter ons zaten. Ze moedigde mij aan om dit nog eens te doen met mijn vingers. Dat deed ik, al begreep ik niet zo goed wat er grappig aan was. Opeens stond de lerares dreigend naast mij met een meetlat in haar hand. Het voelde alsof er een “boze gloed” vanuit haar mij raakte.

Wat ze zei weet ik niet want ik concentreerde mij volledig op haar mond, ik keek niet naar haar ogen. Haar mond fascineerde mij enorm alsof alleen dit nog belangrijk was. Ik voelde geen angst meer en ging staan om nog beter in haar mond te kunnen kijken. Verbaasd was ik over haar gele tanden en ik zei “U heeft gele tanden”. Vervolgens moest ik in de hoek gaan staan en ik voelde mij vernederd.

De klasgenoten bleven me stiekem uitdagen en het lukte me niet te blijven stil staan. Toen moest ik mijn handen op de rug houden en de lerares zei mijn handen vast te binden met een stuk touw als ik niet zou stoppen. Met mijn vingers bewegen was ongewenst gedrag. Dat had ik hiervan geleerd en sindsdien probeerde ik ze stil te houden door er bijvoorbeeld op te gaan zitten.

Ook vond men mij als kind vaak brutaal, maar ik zei nooit iets wat ik niet meende. Ik leerde dat ik niet alles kon zeggen wat ik dacht, maar dat bleef tot ver in de volwassenheid een moeilijk punt.
Dit was vijftig jaar geleden en autisme was onbekend.

Iemand in de ogen kijken heb ik altijd lastig gevonden. Zelfs mijn eigen moeder heb ik nauwelijks in de ogen gekeken. Als ik wel keek vond ik dat eng en keek snel weg. In haar ogen zat veel emotie en ik meende alleen boosheid te zien.
Hoe kan het zo moeilijk zijn om oogcontact vast te houden? Ik wilde het leren omdat ik wist dat het beleefd was. Mensen zeiden mij ook dat ik, door niet te kijken veel informatie mistte, maar ik had geen idee wat men daarmee bedoelde.
Met de face-to-face contacten heb ik de meeste moeite en dat zijn nu juist de contacten die hulpverleners nodig hebben. Ik heb hulpverleners gehad die mij erover aanspraken dat ik ze moest aankijken tijdens een gesprek. Meestal was dit meteen het laatste gesprek dat ik met ze wilde voeren. Ook was er een hulpverlener die me vertelde, dat ze, nerveus werd van mijn gefriemel met de armband die ik droeg. Als mensen zich storen aan mijn houding en ik merk dat, dan kan ik niet meer communiceren en letten op hun gedrag, dan blokkeer ik.

Bekijk hier het vervolg van deze blogreeks: waarom ik -in de ogen kijken- moeilijk vind.


Geschreven door: Alice

Met dank aan een kennisportaal-lid voor het geven van feedback tijdens het schrijfproces.

We vinden het leuk als je in het berichtveld hieronder laat weten wat je van deze blogpost vindt en wat je er aan hebt gehad.
Wil je een overzicht van alle ervaringsverhalen op deze site, kijk dan hier.

Log in om reacties te kunnen plaatsen en te lezen.