Hiërarchisch model voor herkennen gezichtsuitdrukkingen
In deze blogpost wordt één van de theoretische achtergronden toegelicht op het gebied van herkennen van gezichtsuitdrukkingen. Deze theorie is mede ontwikkeld door Jim Tanaka.< id="target-id670af397c549b" class="collapseomatic_content ">Jim onderzoekt het effect van ervaringen en leren, op de cognitieve en neurale mechanismen van gezicht en object herkenning. Hier is emotieherkenning van gezichtsuitdrukkingen een onderdeel.> Hij is verbonden aan de Universiteit van Victoria (CA).
Het hiërarchisch model geeft vier basisdomeinen weer die verklaren volgens welke stappen mensen gezichten interpreteren. Deze theorie helpt jou als lezer om beter te begrijpen hoe het herkennen van gezichtsuitdrukkingen werkt. Deze theorie is ook verwerkt in ons eigen model.
Dit hiërarchisch model is als input gebruikt om de serious games Let’s face it (2005) en Let’s face it scrapbook (2016) te maken en om diverse oefeningen en spelvormen te creëren.
Het model bestaat uit vier onderdelen/domeinen:
- domein I: aandacht hebben voor gezichten en de gezichtsstructuur begrijpen
- domein IIa: herkennen van de gezichtsidentiteit
- domein IIb: herkennen van de gezichtsuitdrukking
- domein III: interpreteren van de sociale betekenis van de verschillende aanwijzingen die in het gezicht af te lezen zijn
Een videotoelichting op een deel van de achterliggende onderzoeken is hier te zien.
Hieronder zijn deze vier domeinen kort toegelicht. Per domein is de link te vinden naar de volledige toelichting die te vinden is op de site van de universiteit. Deze is in het Engels.
Domein I: aandacht hebben voor gezichten en de gezichtsstructuur begrijpen
Om überhaupt de emotie op iemands gezicht te kunnen lezen, moet iemand eerst naar het gezicht van de ander kijken. Dat betekent dat je dus eerst zelf bewust jouw aandacht moet gaan verleggen naar iemands gezicht door hier bewust naar te gaan kijken. Het gezicht kun je als het ware zien als een dynamisch sociaal stuk gereedschap waar iemand zijn emoties mee kenbaar kan maken (zonder iets te zeggen). Daar moet je echter wel aandacht voor hebben!
Er is wetenschappelijk bewijs dat de oorzaak hiervan ligt op neurologisch niveau. Het artikel beschrijft twee veronderstellingen (hypothesen) van wat de mogelijke achterliggende oorzaak is. Namelijk dat het gedeelte in de hersenen, dat de bouwblokken levert om gezichten te kunnen interpreteren:
- onderontwikkeld is en dus zijn taak niet goed kan uitvoeren, waardoor het gezicht niet ‘gelezen’ kan worden
- inactief is (maar wel werkt) omdat autistische mensen gezichten niet interessant vinden en dit hersengedeelte niet gebruiken
Lees dit artikel voor meer achtergrond informatie over bovenstaande en voorbeelden van onderzoek die gedaan zijn op dit gebied.
Domein IIa: herkennen van de gezichtsidentiteit
In domein I wordt gesproken over de eerste stap: ‘aandacht hebben voor het gezicht’. Domein IIa gaat over de volgende stap: ‘herkennen van de identiteit van de persoon aan de hand van de kenmerken van iemands gezicht’.
Het herkennen van iemands gezichtsidentiteit gebeurt in een fractie van een seconde. De basis van deze vaardigheid is al beschikbaar vanaf een aantal uur na de geboorte en ontwikkelt zich grotendeels door tot een leeftijd van twaalf jaar.
Lees hier verderKlap de tekst weer inDe reden hiervoor is dat er naar gezichtselementen (neus, mond, ogen) afzonderlijk wordt gekeken in plaats van naar het totaal. Hierdoor wordt het verschil in de totale configuratie< id="target-id670af397c58b9" class="collapseomatic_content "> hiermee wordt het in verband zien van de verschillende onderdelen van het gezicht bedoeld> van het ene gezicht ten opzichte van een ander, slecht opgemerkt. Zie het als dat je iemand alleen moet herkennen op basis van zijn neus, of van één oog.
Het figuur hieronder laat jou als neurotypisch persoon ervaren, hoe moeilijk het is om de veranderingen van gezichtsonderdelen te ontdekken, wanneer een gezicht omgedraaid is. Ditzelfde ervaren sommige mensen met autisme met een niet-omgedraaid gezicht.
Lees dit artikel voor meer achtergrond informatie over bovenstaande en voorbeelden van onderzoek die gedaan zijn op dit gebied.
Domein IIb: herkennen van gezichtsuitdrukkingen
Belangrijke informatie over hoe een persoon zich emotioneel voelt wordt gevonden in het herkennen van zijn gezichtsuitdrukking. De uitdrukking van het gezicht staat als het ware in directe verbinding met de gevoelens die binnen iemand spelen.
Sommige mensen met autisme hebben moeite om een gezichtsuitdrukking aan een emotie te koppelen. Over het waarom zijn verschillende theorieën:
- Er is veel tijd nodig om de basis en subtiele emoties te analyseren. Het is dus wel mogelijk, maar alleen wanneer de gezichtsuitdrukkingen voor langere tijd te bestuderen zijn.
- Wanneer de verschillen tussen gezichtsuitdrukkingen klein zijn, wordt dit verschil niet herkend.
Dit heeft dus een impact op de alledaagse sociale interacties waar een overvloed aan uitdrukkingen plaats vindt.
In het onderstaande figuur zie je een voorbeeld van gezichtsuitdrukkingen met subtiele emoties, met slechts kleine verschillen.
Lees dit artikel voor meer achtergrond informatie over bovenstaande en voorbeelden van onderzoek die gedaan zijn op dit gebied.
Domein III: interpreteren van de sociale betekenis van de verschillende aanwijzingen die in het gezicht af te lezen zijn
Domein I en II zijn gericht op het herkennen van wat de gezichtsuitdrukking is (bijvoorbeeld blij, boos, onzeker, verbaasd). Domein III gaat over wat deze uitdrukking betekent, hoe deze voelt, en waarom deze emotie in een bepaalde situatie/context wordt uitgedrukt. Oogcontact en het zien waar iemand naar kijkt is hierbinnen een belangrijk onderdeel.
Oogcontact heeft bijvoorbeeld de functie in sociaal contact om:
- iets te benadrukken
- het wisselen van beurt tijdens een gesprek af te stemmen
- intimiteit te verkrijgen met de ander
- sociale controle uit te oefenen
Belangrijke elementen bij situaties waarin emoties tot uitdrukking komen zijn:
- het hebben van oogcontact< id="target-id670af397c6061" class="collapseomatic_content ">Een gezicht wordt voornamelijk herkend doordat er direct oogcontact wordt gemaakt. Daarbij heeft oogcontact de functie om iemand zijn aandacht op jou te laten vestigen.>
- het kunnen zien waar iemand anders naar staart< id="target-id670af397c60d7" class="collapseomatic_content ">Het -kunnen zien waar iemand anders naar staart- heeft als functie om na te gaan naar welk ding/object of persoon de aandacht uit gaat. Je weet dan meer over waar deze persoon zich op concentreert of waar de emotieuitdrukking mee te maken kan hebben.>
- betekenis van een gezichtsuitdrukking kunnen plaatsen in de context< id="target-id670af397c6148" class="collapseomatic_content ">De context (wat speelt zich af in de omgeving of heeft zich afgespeeld bij de andere persoon) is nodig om betekenis te geven aan waarom de emotie wordt geuit.>
Lees dit artikel voor meer achtergrond informatie over bovenstaande en voorbeelden van onderzoek die gedaan zijn op dit gebied.
Toelichtende video op een deel van de theorie
In de onderstaande video -Jim Tanaka, “Let’s Face It!”: New Technology to Improve Soc. Skills of kids on autism spectrum- wordt een deel van de onderzoeksresultaten besproken. De video is echter geen toelichting op de drie domeinen, het is een presentatie van diverse onderzoeksresultaten. Als je meer wilt weten over de achtergronden dan is deze video handig om te bekijken.
De volgende onderwerpen worden onder andere besproken:
- bij pasgeborenen ligt de focus al op het gezicht
- op welke onderdelen van het lichaam en gezicht mensen met autisme letten en wat het verschil is met neurotypische (“gewone”) mensen
- welk onderdeel in de hersenen aangesproken wordt bij emotieherkenning
Bovenstaande video duurt 59:19 minuten en is in het Engels.
De theorie van de hierboven genoemde documenten is gebruikt als input voor ons eigen theoretisch kader. Hier kun je de samenvatting daarvan lezen.